Oogst

30 september 2011
Overal in mijn voor- en achtertuin hangen dikke spinnen in hun web, glinsterend in de zon die ineens weer volop schijnt. Ook in mijn werkkamer heb ik al wekenlang gezelschap van ‘zuster Spin’, die aan de buitenkant van het raam haar grote web geweven heeft. Ze zit er middenin, of ergens in een hoekje van het raam. Soms zie ik haar gretig naar een klein vliegje snellen dat in haar web gevangen is en meteen wordt opgepeuzeld. Je hoeft helemaal niet naar het bos voor de natuur! IJverig zijn ze, die spinnen, en ik kan het niet over mijn hart verkrijgen ze welbewust op te zuigen als ze in mijn huis zitten; ik pak ze voorzichtig op, spreek geruststellende woorden en gooi ze in de tuin. Sommige mensen vinden mij denk ik een softie…
De Indianen zien Spin als de weefster van ons levenslot, een symbool voor het creëren van aardse dromen.

Toen ik vorige week op de tv – zoals velen – een paar fragmenten van de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer zag, kon ik het niet nalaten even een droom te weven.
Ik droomde over mijn broeder Geert Wilders, dat hij een cursus vergeving volgde – en het wonder geschiedde. Hij kreeg het helemaal te pakken, en alle aanvallen verdwenen als sneeuw voor de zon. Zijn verzoenende, opbouwende taal in het parlement werd door ieder gerespecteerd, en strekte alle andere parlementariërs tot voorbeeld. Hij inspireerde hen om óók hun projecties onder de loep te nemen en te vergeven: de cursus was bedoeld voor iedereen. Het effect bleef niet uit. Hoewel er nog altijd verschillen in opvatting bestonden tussen de politieke partijen en de diverse kamerleden, was de sfeer er nu een van – met voorbijzien aan de verschillen – gezamenlijk de schouders eronder zetten. Regelmatig riep Wilders tegen zijn collega-parlementariërs en kabinetsleden: “Wat een goed plan, man!”
Ik droomde nog even verder, hoe dat een uitwerking had in het hele land, in Europa, in de wereld, waar overal een weerspiegeling van liefde zichtbaar werd, in plaats van aanval…

Maar zolang het nog niet helemaal zo gaat, moet alles wat geen uiting van liefde is, wel als roep om hulp gezien worden. Gelukkig hoeven we alleen voor onszélf te beslissen om te vergeven – en een kanaal van liefde te zijn.

“De beste verdediging is, als altijd, niet andermans standpunt aanvallen, maar de waarheid beschermen” (T3.I.2:1).

Er is deze maand heel veel dat ‘zijn beslag gekregen heeft’. Het was een ware oogstmaand. Zaken die allang speelden of werden voorbereid, begonnen nu ineens het licht te zien. Zo heb ik het script van mijn tweede boek, waar ik ruim een jaar aan gewerkt heb, zojuist voltooid en overgedragen aan Annelies, mijn vriendin en uitgeefster. Haar uitgeverij IPP gaat het publicatieproces nu opnemen – het is een hele gang tussen manuscript en gedrukt boek, dus dat duurt nog even. Ik kan vast verklappen dat er een heel mooie omslag voor het boek ontworpen is. Een boek schrijven is ‘een hele bevalling’, en ik voel me op dit moment als een kraamvrouw die gebaard heeft, en nu eerst een tijdje moet bijkomen.

Dat is nog niet alles. Pas geleden had ik een bijzondere ervaring: ik las het begin van mijn boek ‘Ontwaken in liefde’… in het Engels! De mij zo bekende tekst, en nu ineens in mooie Engelse zinnen. Ja, het boek wordt vertaald, door Rogier van Vlissingen, bekend van de vertalingen van de Gary Renardboeken (maar hij vertaalt net zo gemakkelijk van het Nederlands naar het Engels). De bedoeling is om het boek (in elk geval in eerste instantie) als e-book uit te brengen in o.a. de Verenigde Staten. Het doet mij verschrikkelijk veel genoegen dat dit (nu al) gebeurt. Ineens drong het tot mij door dat Rogier het boek in New York aan het vertalen is, waar hij woont, maar wat ook de plaats is waar Helen en Bill de Cursus hebben doorgekregen en genoteerd. Dat ‘Ontwaken in liefde’ nu ook mag landen op deze plek, de bakermat van de Cursus, vind ik heel bijzonder.
Deze initiatieven kunnen overigens alleen maar plaatsvinden omdat er, spontaan, vanuit verschillende kanten financiële ondersteuning voor de uitgaven komt (datzelfde gold trouwens voor de uitgave van mijn eerste boek). Zelf leef ik al vele jaren op een minimumniveau (en in perioden zelfs daaronder) en ik heb geen reserves voor uitgaven van mijn boeken. Ook uitgeverij IPP heeft geen eigen vermogen; voor elke publicatie moet opnieuw financiering worden gevonden. Boeken uitgeven is relatief duur en levert al met al heel weinig op – in geld dan. Maar het blijkt dat het, ook wat geld betreft, steeds gewoon goed komt. Mijn financiële situatie is jarenlang een grote vergevingsles voor mij geweest, maar dat lijkt helemaal voorbij. Waar het gaat om mijn levensonderhoud, of om de boekuitgaven, heb ik geleerd te vertrouwen dat het in orde komt, op welke wijze ook.
Nog meer oogst deze maand: het interview met advaitaleraar Jan van Delden en mijzelf in het tijdschrift Inzicht (www.inzicht.org) werd gepubliceerd. En de eerder verschenen reportage in Trouw verscheen in een boekje, genaamd ‘De fundi-factor van Nederland’.

Twee weken geleden was ik bij de oncoloog en hoorde dat mijn bloedwaarden nog altijd stabiel zijn. De huidige behandeling wordt voorlopig voortgezet en volgende maand komen er weer nieuwe onderzoeken. Desondanks voel ik mijn energiepeil gestaag afnemen, en ik ben blij dat er intussen een heleboel klaar is en dat noodzakelijke dingen geregeld zijn. Zo heb ik inmiddels een testament. Een van de belangrijkste dingen die daarin staat, is dat er na mijn overlijden een stichting komt die mijn ‘spirituele nalatenschap’ beheert. Zo is het de bedoeling dat de website, met studiehulpen en artikelen, blijft bestaan, en die wordt dan beheerd door de stichting. Zij kunnen ook zorgdragen voor publicatie en vertalingen van mijn boeken.
Het was een beetje vreemd om dit soort dingen te regelen voor als ik niet meer hier ben, en ‘over mijn graf heen te regeren’, maar het moest wel worden vastgelegd allemaal – zo werkt het op aarde. En nu geeft het een rustig gevoel dat dit alles na mijn overlijden in goede handen is, en beschikbaar blijft voor studenten van de Cursus.

Tot zover de aardse droom. Volgende keer maar weer over de mystici…

“Hoe kunnen illusies Gods Zoon voldoening schenken?
Kunnen dromen mij tevredenstellen?
Kunnen illusies me geluk brengen?
Wat anders kan Uw Zoon voldoening schenken dan de herinnering van U?
Ik wil niets minder aanvaarden dan U mij gegeven hebt.”
(WdII.272.t,1:3-6), cursief verwijderd)